
Wat is een voedselbos?

Op dit perceel aan de Barneveldsestraat 11 B te Scherpenzeel in de Gelderse Vallei zijn sinds 2009 biologische groenten gekweekt. In de omschakeling naar een voedselbos planten de nieuwe eigenaars Vital van Looveren en Nico Vink sinds 2020 elk jaar nieuwe soorten planten, struiken en bomen.
Wat groeit er in een voedselbos?
Een voedselbos is de meest natuurvriendelijke manier van landbouw, doordat we gebruik maken van natuurlijke processen. Als de grond gezond is, krijgen plagen minder kans en kunnen er vele soorten planten naast elkaar groeien. Het lijkt op een bos, omdat er verschillende bomen, struiken en planten door elkaar groeien. Met als belangrijkste verschil dat er voornamelijk planten in staan waarvan een onderdeel eetbaar of bruikbaar is: de bladeren, de vruchten, de wortels en de noten. Door de afgestorven planten te laten liggen zoals in een bos, wordt de bodem elk jaar vruchtbaarder. Vergelijk het bijvoorbeeld met de regenwouden in de Amazone; daar gebruiken al duizenden jaren inheemse bewoners hun leefomgeving als een voedselbos. Zij beheren de aarde op een duurzame manier. Daarentegen put de huidige intensieve landbouw de bodem uit door het niet te voeden met plantenresten en het bodemleven te doden met gif.
De 7 lagen van een voedselbos

Het concept van een voedselbos bestaat pas sinds 1990 en is een oplossing van de huidige problemen in de landbouw die o.a. de bodem uitput en de bio-diversiteit vermindert.
In de huidige landbouw groeit er maar 1 soort gewas op een veld. In een gemengd bos daarentegen groeien onder hoge bomen ook nog kleine bomen, struiken en planten. Bij een goed uitgedacht beplantingsplan kunnen in een voedselbos zelfs negen vegetatielagen groeien.
De 1e vegetatielaag is de bodem waar wortels, knollen in en paddenstoelen op groeien.
De 2e laag zijn bodembedekkers zoals aardbei en cranberry. Deze planten verdragen schaduw.
De 3e laag zijn kruiden en vaste groenten zoals asperge en rabarber.
De 4e laag zijn struiken zoals bessen.
De 5e laag zijn hogere struiken (vlier) en kleinere bomen (vijg).
De 6e laag zijn klimplanten (druif, kiwibes) die in bomen groeien.
De 7e en hoogste laag noemen we de kruin en bestaat uit (noten) bomen, die 20 meter hoog kunnen worden.
2 extra voedsellagen in het voedselbos

In voedselbos de Boomgaard graven wij een paddenpoel van 1.000 m2 en met deze grond maken we een heuvel van 3 meter hoog. In de paddenpoel kunnen waterplanten groeien (waterkers en waterspinazie) en op de heuvel groeien kruiden en (eetbare) bloemen die veel van zon houden en droogte verdragen. De waterplanten vormen de 8e en de zonneplanten de 9e vegetatielaag.
koptekst?

Net als een oerwoud heeft een goed ontworpen voedselbos geen mest nodig. Dat kan alleen door een gesloten kringloop van voedingstoffen te maken. Door naast voor de mens eetbare soorten ook andere soorten aan te planten die de grond voeden. Deze planten heten systeemplanten, die zorgen voor voedingsstoffen die de eetbare planten nodig hebben om te groeien. Er zijn planten die met wortelknolletjes stikstof binden in de grond. Andere planten halen met hun lange wortels mineralen uit de diepe ondergrond. Na het afsterven van deze planten komen deze mineralen beschikbaar voor andere planten. Alleen zo blijft de grond vruchtbaar en kan het voedselbos zichzelf permanent in stand houden. In een natuurlijk bos hoeft de mens ook niet te ploegen en te bemesten.

Voor elke plant de ideale plek
Bij een eerste bezoek aan een voedselbos lijkt het of alles kriskras door elkaar staat. Het tegendeel is echter waar. Het aanplanten van een voedselbos is een ingewikkeld klus. Voor elke plant, struik en boom moeten we de ideale plek zoeken èn maken. Daarbij spelen de volgende zaken een rol; hoe hoog wordt de plant, struik of boom, hoe diep wortelt het, bezonning, windgevoeligheid, wat is de grondwaterstand en welke andere planten staan er in de buurt. Als alles op een optimale plaats staat, laten we daarna de natuur het werk doen.
De natuur zijn werk laten doen
Het uiteindelijke doel van een voedselbos is producten te oogsten zonder schade toe te brengen aan de natuur. Door juist de natuur het werk te laten doen, kan dat met minder arbeid dan in de reguliere landbouw. Door niet te ploegen (= de grond omkeren), geen kunstmest noch giftige bestrijdingsmiddelen te gebruiken, blijven de bodemschimmels en bodemdieren behouden, die dode plantenresten eten en zo weer verwerken tot voedsel voor de groei van planten. Zo ontstaat een voortdurende kringloop dat in de huidige landbouw ontbreekt. Hoe meer humus (afgestorven plantmateriaal en dode dieren) er in de grond zit, hoe groter het aantal bodemdieren dat in de grond kan leven. Daarmee is humusrijke grond een leefbare omgeving voor dieren èn planten.

De basis is gezonde grond
De grond weer gezond maken vergt jaren. Het is afhankelijk van de grondsoort, de hoogte van het grondwater, de hoeveelheid dood plantaardig materiaal (waardoor de grond beter water kan vasthouden), gronddieren (zoals wormen, bacteriën, micro-organismen), wortels en een netwerk van schimmels die de grond luchtig maken door de gangen die ze graven. Omdat dit perceel al sinds 2009 biologisch is, is de kwaliteit van de grond al bijna optimaal. Het enige dat we moesten doen, is het loswoelen van de onderbodem. Door jarenlang op dezelfde diepte te ploegen, is er op 30 cm diepte een dichtgeslibte harde laag ontstaan. Daardoor kon het water niet verder in de grond zakken en ontstond er in de winter een dikke laag modder, waardoor veel planten dood gaan. Op de foto is te zien dat de linkerhelft van het perceel de bodem is losgewoeld met een ‘ganzenvoet’. (zie foto) Zodoende konden we op dat deel al in 2020 beginnen met de aanplant van bomen. De rechterhelft gaan we loswoelen nadat de paddenpoel gegraven en de heuvel gemaakt zijn.


In een voedselbos is ook eten voor dieren
Bij monocultuur (één gewas) kan een diersoort die die plant lekker vindt, schade toebrengen door vraat of het leggen van eitjes. Als er maar één soort plant groeit, is dat geen aantrekkelijke omgeving voor andere dieren die de schadelijke soort eten, bijvoorbeeld lieveheersbeestjes die luizen eten. Hoe groter de diversiteit aan planten, hoe meer verschillende dieren er kunnen leven. Dan krijgt één dier nooit de overhand en blijft eventuele schade aan de oogst beperkt. Zo vormt zich een natuurlijk evenwicht, waardoor giftige bestrijdingsmiddelen in een voedselbos niet nodig zijn. In een voedselbos moet men wel rekening houden dat een deel van de oogst opgegeten of aangetast wordt door dieren of schimmels. Financieel weegt dat op tegen het minderwerk dat je hebt door plagen niet te bestrijden.

Gezondere en smaakvollere producten
In een voedselbos kan men elk jaar steeds meer verschillende groenten, kruiden, noten en vruchten oogsten. Door geen kunstmest en geen gif te gebruiken, vinden veel klanten biologische groenten en fruit veel smaakvoller. Vooral ouderen herkennen bij aardbeien de smaak van vroeger die alleen in de zomer van de volle grond kwamen. Nu komen aardbeien het gehele jaar voornamelijk uit kassen en krijgen alleen kunstmest. Door klimaatverandering kunnen er steeds meer exotische planten groeien in Nederland en daardoor dus ook fruitsoorten die van meer zon en warmte houden.
